Het CDA zet vraagtekens bij de wijze waarop de provincie Overijssel de NAM-locatie (ROW-3) aan de Bentertsteeg in Rossum wil saneren. Daar werd eind augustus een ernstige verontreiniging geconstateerd.
De provincie heeft destijds aangegeven aan te sturen op tijdige aanpak van het getroffen terrein. CDA-woordvoerder Bouwien Rutten (milieu en energie) heeft nu vragen gesteld over de manier waarop de provincie omgaat met die verontreiniging. “We willen graag weten waarom de provincie op deze manier reageert op ernstige bodemverontreiniging. Eerder gedane toezeggingen over sanering worden niet nagekomen. In dit deel van Twente hebben de afgelopen jaren meerdere lekkages en verontreinigingen plaatsgevonden. Het is belangrijk dat de overheid dit op een goede manier afhandelt”, aldus Rutten. “Bovendien zijn we benieuwd naar de onderbouwing waarom het bedekken van de verontreiniging met asfalt voldoende is. Grondwater verspreidt zich immers in de bodem. Een laag asfalt houdt dit naar onze mening niet tegen, zoals het onderzoeksbureau aangeeft.”
Rutten vraagt zich ook af hoe de gedeputeerde, in het licht van de vele verontreinigingszaken, aankijkt tegen de zorgplicht tot de omgeving voor toekomstige generaties.
Vóór 1987
R0W-3 is op 4 november 1971 opgericht en hierna in gebruik geweest voor de winning en behandeling van aardgas. Zo’n 65 kubieke meter aan grond en 25 kubieke meter aan grondwater blijkt sterk verontreinigd door minerale olie. Volgens de provincie heeft de lekkage van ondergrondse leidingen of morsing van verontreinigde stoffen tijdens de oprichting of in de periode direct hierna (vóór 1987) plaatsgevonden. De locatie wordt momenteel gebruikt voor de injectie van productiewater.
